Resistentie van antibiotica is wereldwijd een toenemend probleem. In Nederland zijn de resistentiepercentages nog niet dusdanig hoog dat de empirische betalactamtherapie aangepast moet worden. Als er echter door het lab een infectie met een BRMO is aangetoond, wordt het een ander verhaal. Soms is er ook resistentie tegen middelen uit een andere klasse of kunnen die niet gegeven worden vanwege contraindicaties. Bij een ESBL kunnen we doorgaans nog carbapenems geven, maar dat doen we liever niet om deze te sparen. Er zijn tegenwoordig nieuwe betalactam ab die dan ook nog werkzaam kunnen zijn. En soms is er zelfs al sprake van carbapenemresistentie.
In die gevallen kan onderstaande worden overwogen. NB: altijd iom microbioloog (gevoeligheidstesten) en apotheker (beschikbaarheid; sommige middelen moeten apart besteld worden).
BRMO carbapenemgevoelig
- Ceftolozaan/Tazobactam 1000/500mg 3 dd
- Ceftazidim-avibactam 2000/500mg 3 dd
(Voorkeur Ceftolozaan/Tazobactam vanwege minder breed spectrum t.o.v. cefta-avi)
BRMO carbapenem resistent
- Ceftazidim-avibactam 2000/500mg 3 dd
- Cefiderocol 2g 3 dd
(Voorkeur ceftazidim-avibactam vanwege minder breed spectrum t.o.v. cefiderocol)
Literatuur
Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie. Plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie. Namens de SWAB Werkgroep Antimicrobial Stewardship. 194 (swab.nl)